Vondel heeft met zijn Gijsbrecht van Aemstel een eeuwenoude traditie voortgebracht. Hij schreef het drama in 1637, dat zich afspeelt in het middeleeuwse Amsterdam, over macht en wraak. Het speelt tijdens Kerstavond in het jaar 1304, als de stad wordt aangevallen en verwoest; het eindigt met de belofte van de aartsengel Rafaël dat de stad zal herrijzen en in de zeventiende eeuw de belangrijkste en rijkste stad van de wereld zal zijn. Vondel heeft zich gebaseerd op de Aeneas van Vergilius, een epos over de ondergang van Troje, de reis van prins Aeneas en de stichting van Rome. Onze held Gijsbrecht is Aeneas; Amsterdam is Troje en Rome tegelijk.
Vondel schreef het treurspel speciaal voor de opening van de schouwburg* aan de Amsterdamse Keizersgracht in 1638. Het ontwikkelde zich tot het beroemdste Nederlandse toneelstuk, dat eeuwenlang bijna ieder jaar rond de jaarwisseling op het programma stond. De traditie hield stand tot 1968. Daarna heeft de Gijsbrecht incidenteel regisseurs en bewerkers geïnspireerd.
Bron: Van Marion, O. en Van der Wouden, T. (2011) "Zo Vondel mogelijk": toneelvertaler Laurens
Spoor over de terugkeer van de Gijsbrecht van Aemstel. Onze Taal, 80(12), 336-338.
* Het woord Schouwburg is door Vondel bedacht, een nieuw Nederlands woord dat letterlijk kijkplaats betekent. Met dit theater kon de stad pronken.
![]() |
| Interieur van de schouwburg van Van Campen: links de zaal, rechts het podium (kopergravure door Salomon Savery) |

Geen opmerkingen:
Een reactie posten